Noor Back
Noor ervaart een intrinsieke drang om te maken, om onderdeel te zijn van het ritme. Hun werk wordt gekarakteriseerd door een fascinatie voor herhaling. Noor geeft zich volledig over aan de uitvoering van een enkele handeling. Opnieuw en opnieuw, net zo lang tot de handeling overgaat in een staat van trance. Duwen, trekken, forceren – toegeven en vergeven. De herhaling komt vanzelf: zodra deze eenmaal is ‘aangezet’, dringt ze zich op in een ritme dat wordt voortgezet door herinnering in de spieren. Het lichaam wordt bijna motorisch.
Tijdens het fysieke maakproces van werken met tijdsintensieve werkmethoden, zoals het handmatig drijven van metaal en het tekenen van grootschalige balpentekeningen op doek, ontstaat er een wederkerige samenwerking tussen het materiaal en de kunstenaar. Het werk ontwikkelt een eigen stem. Het slaan van het metaal werkt bevrijdend; er ontstaat ruimte voor het denken. In die momenten is alles helder, logisch. Door middel van het maken zoekt Noor naar dergelijke momenten.
_
Noor experiences an intrinsic urge to create, to be part of the rhythm. Their work is characterized by a fascination with repetition. Noor gives themselves completely to the performance of a single act. Again and again, just until the act passes into a state of trance. Pushing, pulling, forcing – yielding and forgiving. The repetition comes naturally: once it is “turned on,” it forces itself into a rhythm that is continued by memory in the muscles. The body becomes almost motoric.
During the physical making process of working with time-intensive working methods, such as metal forging and drawing large-scale ballpoint pen drawings on canvas, a reciprocal collaboration between the material and the artist develops. The work develops its own voice. Hitting the metal has a liberating effect; it creates space for thinking. In those moments, everything is clear, logical. Through making, Noor searches for such moments.